“Weave your webs of light well.
The fabric of those threads is the light of Consciousness itself.”

Tekst

De oudst gekende spintollen dateren uit het Neolithicum (6500 – 5750 v.Chr.).
Versierde spindelkransen en bijhorende spintollen werden vooral teruggevonden in graven.

Spindels gemaakt van kostbare materialen waren niet alleen statussymbolen, maar werden ook gebruikt in rituele ceremonies.
In de oudheid was ‘sphondylomantie’ een waarzeggerij waarbij spindelkransen werden gebruikt. Men kon de wil van de goden vernemen door observatie van de bewegingen. Ze werden ook gebruikt als votiefoffers (het gunstig stemmen van de goden) of als ex-voto.

De associatie tussen de goden en het werken met draad, het spinnen en het weven, ontstond reeds vroeg in de oudheid. Het weven, was een magische handeling, dat de scheppende kracht van de goden onderstreept, de onzichtbare textuur van het universum materialiseert en ‘al dat is’ verbindt.

De cyclus van het weven vertaalt ook de perceptie van tijd, die cyclisch is, die de geboorte en wedergeboorte activeert en reactiveert.
Het diepgewortelde allegorische aspect van weven, en het garen, het product van spinnen, als de draad van het leven.

Datering onbekend
Voorbeelden van een spindelkrans op een spintol

Spinnen met een spindelkrans (of spinwiel) (c) op een spintol (b) en een spinrok (a).

19e v.Chr.
Deel van Facsimile uit het graf van Khnumhotep, Beni Hasan, Egypte.
Nageschilderd door Norman de Garis Davies
(Foto © MET, NY, VS)

8-5e v.Chr.
Stenen fragment van reliëf, genaamd ‘de spinner’
Uit Susa, Iran
(Foto © Louvre museum, Frankrijk)

8-7e v.Chr.
Grafsteen met afbeelding van vrouw en een spintol
Uit Maras, Turkije
Adana Archaeology Museum
(Foto © K. bittel)

3000 v.Chr. 
Spintol met keramische spindelkrans en opgeslagen bastdraad. Neolithische nederzetting aan het meer Arbon Bleiche, Zwitserland
Bureau voor archeologie, Thurgau, Zwitserland
(Foto © daniel steiner)

1600 – 1100 v.Chr.
Ivoren spindelkrans (spinwiel) van een spintol
Object uit het heiligdom van Aphrodite.
Museum van Palaipafos, Cyprus
(Foto © Marko Manninen)

1300 – 1050 v.Chr.
Ivoren spindelkrans (spinwiel) van een spintol
Uit Enkomi, Cyprus
British Museum 
(Foto © British Museum)

1450 – 1150 v.Chr
Spindelkransen (in de vorm van spaakwielen) gesneden in gewei.
Museo civico archeologico etnologico,  Modena, Italië

13e v.Chr.
Spindelkrans
met inscriptie in het Ugaritisch van het woord {plk} “spindel”.
Acropolis van Tell Ras Shamra, Ugarit, Syrië
Nationaal Archeologisch Museum van Saint-Germain-en-Laye, Frankrijk
(Foto © onbekend)

1200 v.Chr. – 600 n.Chr.
Spindelkransen

900 – 550 v.Chr.
Spindelkransen.
Amuq, Turkije

Romeinse periode
Spindelkrans van lood

1e n.Chr. (Gallo-Romeins)
Votief wiel met centraal een opening. Werd dit als spindelkrans gebruikt?
Haute-Marne, Frankrijk

1e n.Chr.
Benen spinschijven en naalden
Uit Gallië, Frankrijk
Museum Kunst & Geschiedenis, Brussel, België
(Foto © Stefaan Algoet)

5e-8e n.Chr.
Medaillon (spindelkrans?)
gemaakt uit een gewei.
Merovingische periode.
Uit Nantes, Frankrijk
Dobrée Museum, Nantes, Frankrijk
(Foto © Musée Dobrée)

Datering onbekend
Spindelkransen
Transsylvanië Roemenië

Datering en oorsprong onbekend

Datering onbekend
Spindelkrans
Rijsel, Frankrijk

19e n.Chr.
Spindelkrans,
Guyana
National museum of the American Indian, US

De Spinrok

Een spinrok is een stok waarop wol of vlas wordt gestoken waarvan de draad wordt gesponnen met behulp van een spintol of een spinnewiel. 
Het oudst bewaarde spinrok dateert maar van de 18e, omdat hout een vergankelijk materiaal is.
Een veel voorkomend decoratie-element op de spinrok, in Oost- en NoordEuropa, de Balkan en Rusland, is de LevensKiem (LevensZaad en LevensBloem), die de kosmos weerspiegelt en de structuur van de wereldruimte en tijd. Dit symbool komt door het observeren van de beweging van de zon gedurende het jaar met betrekking tot het sacrale centrum. Om deze reden wordt het geassocieerd met de zon, het licht en het zonnejaar.

We kunnen het spinnen als een scheppingsdaad beschouwen wanneer een draad uit amorfe wol (chaos) komt. De draad wordt gezien als een symbool van het menselijk leven, het lot en een symbool van het kleden van de menselijke wereld. Nadat de wol is gesponnen, transformeert het oppervlak van het spinrok tot de harmonieuze, uitgebalanceerde kosmos die uit de chaos komt.

Voorbeelden van een spinrok

Spinnewiel

Foto © Adrian I.

Mokosh

Het ritueel van het draaien aan een wiel wordt geassocieerd met Mokosh, een slavische godin verwant aan Perun. Ze is de godin van onze lotsbestemming : de draad van de schepping spinnen, van het leven geven en de levensdraad doorknippen.

Tekst

“Er is een eindeloos net van draden doorheen het heelal.
De horizontale draden bevinden zich in de ruimte. De verticale draden zijn doorheen de tijd.
Op elke kruising van de draden, is er een individu, en elk individu is een kristallen kraal.
En elk kristallen kraal reflecteert niet alleen het licht van elk ander kristal in het net…
maar ook elke andere reflectie in het hele universum.”

– Rig Veda

Tekst

Ananke

In de iconografie van het Nabije Oosten behoren werktuigen zoals de spiegel, de spinrok en de spintol tot de attributen van bekende godinnen.
In de oude Griekse mythologie is Ananke de Godin van het lot en noodzaak.
Ananke is een zelfgevormd wezen dat verscheen aan het begin van de schepping met een onstoffelijke, slangachtige vorm, haar uitgestrekte armen die de kosmos omvatten. Ananke en haar broer Chronos (de personificatie van Tijd) vermengen zich in slangvorm als een band om het universum. Samen hebben ze het oer-ei van de schepping, waarvan de samenstellende delen aarde, hemel en zee werden, verbrijzeld om het geordende universum te vormen.
Ze waren de representatie van abstracte hemelse liefde; de twee werden als verwant beschouwd, als relatief niet-geantropomorfiseerde krachten die de levensloop dicteerden

Ananke wordt gewoonlijk afgebeeld met een spintol. In Plato’s visioen waren de zon, de maan en de planeten haar spindelkransen, en door hen weefde ze het lot van mensen wiens zielen zich door de geweven strengen bewogen op hun weg naar dood en wedergeboorte.

De Moirae

De drie lotgevallen – Ook wel de Moerae, Moirae of Parcae of Klothes genoemd – Spinners van de levensdraad. ‘Chthonische’ Godinnen, die het begin, je voorbestemde leven en het einde ervan bepaalden, waren de personificaties van het lot.
De rol van de Moirai was om ervoor te zorgen dat elk wezen, sterfelijk en goddelijk, zijn bestemming naleefde zoals het hun was toegewezen door de wetten van het universum. Voor stervelingen besloeg dit lot hun hele leven en werd het voorgesteld als een draad gesponnen van een spintol.

Het concept van een universeel principe van natuurlijke orde en balans is vergelijkbaar met soortgelijke concepten in andere culturen zoals de Vedische Ŗta, de zoroastristische Avestan Asha en de Egyptische Maat.
Deze triade van drie vrouwen als diëten/matrons/heksen, die in mythes in verschillende culturen kan worden teruggevonden in Griekse, Romeinse, Slavische, Noorse, Germaanse verhalen, in oude en moderne heidendom en oorspronkelijk afstammen van de Proto-Indo-Europese cultuur.

In de meeste mythen was het lot eeuwig en als krachtiger beschouwd dan de meeste goden. Geen enkele andere god had het recht of de kracht om hun beslissingen te veranderen.
De priesters en ministers in dienst van deze goddelijke zusters van het lot waren in feite orakels, zieners en waarzeggers.

De drie lotgevallen :
– Klotho (Geboorte), ‘de spinster’
die de levensdraad spon, voor de dingen ‘die waren’.
– Lachesis (Leven), ‘de verdeelster’,
die de draad afmat en aldus besliste hoelang iemand nog te leven had,
voor de dingen ‘die zijn’.
– Atropos (Dood), ‘de onafwendbare’,
die iemands draad doorknipte als zijn tijd gekomen was,
voor de dingen ‘die zullen zijn’.

In de Edda (Noordse mythologie) werden ze als volgt genoemd:
– Urd (‘oer’ in de betekenis van lot of aarde)
– Verdandi of Werdandi (de essentie of het wezen of het zijn)
– Skuld (behoefte).

1910 n.Chr.
‘The Three Fates’
door Alexander Rothaug, Oostenrijk
Privé collectie

1589 n.Chr.
‘The Three Fates’
door Aegidius Sadeler, Antwerpen
Museum Boijmans van Beuningen, Nederland

16e n.Chr.
‘De triomf van de dood, of de 3 lotgevallen’
Vlaams wandtapijt
De drie lotgevallen, Clotho, Lachesis en Atropos, die de draad van het leven spinnen, uittrekken en doorsnijden, vertegenwoordigen de dood in dit tapijt, terwijl ze triomferen over het gevallen lichaam van kuisheid. 
Victoria en Albert Museum, Londen.

Bibliografie
– ‘Presumed Social Identity of the Occupants  of Late Third Millennium BC Alacahöyük  and Horoztepe “Royal Tombs”‘, door Jak Yakar in ‘The Journal of Archaeomythology’
– ‘Essai sur le tissage en Mésopotamie’, door Catherine Breniquet
– ‘Unraveling the Enigma of the Bi: The Spindle whorl as the model of the ritual disk’, door Jean M. Green
– ‘The Three Fates’, door Aegidius Sadeler

© Gelieve de auteurs vermelding en copyright te respecteren.