Hoe mooi is de wereld om ons heen!
Het opkomen van de zon behoort
tot de allermooiste dingen die ik ken.
Het is zo mooi omdat het in ons een gevoel oproept van een harmonie die verwant is aan de natuurlijke schoonheid die de oostelijke hemel kleurt. Alle schoonheid zetelt dus in het bewustzijn van de waarnemer.
U kunt geen schoonheid buiten u zien als er geen schoonheid in u is. U kunt schoonheid niet begrijpen tenzij uzelf innerlijk iets moois bezit. U kunt harmonie niet begrijpen tenzij u in uw innerlijke zelf harmonie bent. Alle dingen van waarde zijn in uzelf en de buitenwereld biedt u alleen de prikkel, de aansporing om van uw innerlijke begripsvermogen gebruik te maken.
Er is schoonheid in begrijpen, en begrip komt alleen voort uit een begrijpend hart, hoe paradoxaal dit op het eerste gehoor ook mag klinken. Het is het begrijpende hart dat visie heeft.
De ziener oefent zich om het ziende oog te openen en de natuur spreekt tot hem in klanken die elk jaar betoverender en wonderlijker worden, omdat hij innerlijk groeit. Zijn begrip verruimt en verdiept zich. Het gefluister van de bomen, het ruisen en ritselen van de bladeren, de trage golfslag op het kiezelstrand, het sjirpen van de krekel, het koeren van de duif, het geluid van een menselijke stem – hoe schel die vaak ook is – houden een wonder voor hem in. Hij beseft zijn verwantschap met al wat is, en ziet in dat hij slechts één element is in een prachtig mozaiek van leven, waarmee hij onafscheidelijk is verbonden, en dat het steeds mooier en verhevener wordt naarmate zijn visie groeit; hij kent het verheven visioen en streeft ernaar het steeds duidelijker te zien.
Als u het ziende oog bezat, zou u kunnen leren van al wat bestaat, van elke boom, elke bloem, elk atoom van het zand dat onder uw voeten knarst. Heeft u nooit in het hart van een bloem gekeken? Heeft u zich nooit verdiept in de schoonheid, de symmetrie, de pracht om u heen? Heeft u nooit naar een zonsopkomst of zonsondergang gekeken en u verwonderd over het kleurenspel aan de oostelijke of westelijke horizon? Heeft u nooit diep in de ogen van een medemens gekeken, met het ziende oog naar uw naaste gekeken? Heeft u daar nooit wonderen ontdekt? Wat is de wereld prachtig die ons omringt!
Leer het denken te beheersen. De mens is een kind van de goden en zijn denken zou goddelijk moeten zijn, zijn gedachten omhooggericht, zijn hart voortdurend bereid tot meer en meer liefde; en daarom moet zijn instelling eveneens goddelijk zijn.
Zoek de stille plaatsen van uw hart op; betreed de zo rustige en stille kamers van uw innerlijke wezen. Algauw zult u leren op de deur van uw eigen hart te kloppen. Al doende leert men. Intuïtie zal uw deel worden. U zult onmiddellijk kennis opdoen; u zult de waarheid ogenblikkelijk kennen. Dat is de weg; zo is de leer.
Op deze stille plaatsen ontvangt u licht, krijgt u visioenen van de waarheid, omdat uw geest – de kern, het hart van uw wezen – de kern van het zijn is ingegaan waaruit hij afkomstig is, waarvan hij nooit is gescheiden, waaruit hij oorspronkelijk voortkwam en waarmee u onafgebroken in rechtstreekse verbinding staat.
Besef deze wonderschone waarheid; neem haar ter harte. Want er zijn onuitputtelijke bronnen van wijsheid, van kennis en van liefde – ja, en van macht – in de eerste plaats macht over uzelf. Want de kern van uw wezen is de innerlijke god in u, de goddelijke geest, de christus-geest, de boeddhische luister.
Het zijn deze rustige plaatsen van de ziel, deze diepe stilten van het hart – dat wil zeggen het binnenste van het binnenste van de mens – die we opzoeken wanneer we meer licht en grotere kennis willen verwerven; want dan dringen we door tot de structuur en het weefsel van het heelal en kennen daarom de waarheid uit de eerste hand, omdat we in ons eigen denken en intelligentie – in het vertolkende orgaan dat we het denkvermogen noemen – één worden met dat heelal en synchroon en in harmonie meetrillen met de vibraties op alle gebieden van de Eeuwige Moeder. Daar worden we één met het Al en kennen daarom intuïtief de waarheid.
fragment uit “Levensvragen – in het licht van de esoterische wijsheid”
Gottfried de Purucker (1874-1942) theosoof.
© www.theosofie.net/literatuur/levensvragen.html
“Close both eyes to see with the other eye”
-Rumi
Tekst
Zij die intuïtief weten dat er in hen iets is dat groots en verheven is, iets dat in het hart en in het denken groeit als een ontluikende bloem, zijn degenen die tenslotte meer zullen zien.
Er is in de natuur geen bevoorrechting. De oude regel is waar. De mens krijgt wat hij zelf kan verwerven – wat hij zelf is.
U kunt de waarheid alleen leren kennen door de kenner; u kunt iets buiten u niet begrijpen, behalve met en door de begrijper in u; toch is wat buiten u is ook in u, want u bent een onafscheidelijk deel van het heelal, waarvan u een kind bent. Elk wezen is een onafscheidelijk deel van het grenzeloze Al, omdat het als het ware het voortbrengsel, het kind ervan is, leven van zijn leven, bloed van zijn bloed, gedachte van zijn gedachte. En om de verheven visie te verkrijgen en die verheven visie steeds grootser te zien worden, moet u naar binnen zien, moet u het stille, smalle pad van het innerlijke bewustzijn volgen. Dat wordt bedoeld met het gebod: Mens, ken uzelf!
Daar, in het verre mystieke oosten, op de bergtoppen van de geest, zult u de zon zien opkomen. U zult zelf het licht en de vrijheid ingaan. U zult aan niemands uitspraken onderworpen zijn, door niemand worden overheerst; u zult een vrij mens zijn: vrij in de geest, vrij in denken, omdat u één bent geworden met de geestelijke natuur. U zult de tempel van het heilige in de kern van uw eigen hart zijn binnengegaan, en daar, in het allerheiligste, zult u uw eigen innerlijke god zien.
Hoe schitterend, heilig, verheven, meer inspirerend dan wat ook is deze waarheid: dat er in iedereen een onbeschrijflijke bron van kracht is, van wijsheid, van liefde, van mededogen, van vergiffenis, van zuiverheid! Verbind u met deze bron van kracht; ze is in u, niemand kan u die ooit ontnemen. De waarde ervan gaat ver uit boven alle schatten van het heelal, want als u die kent, als u die bent, bent u het Al.
Want één schitterende intelligentie doordringt alle dingen; wat in een ster is, is in de bloem aan onze voeten; en het is de instinctieve erkenning van dit verheven feit, die de dichter ertoe bracht om over de bloem te spreken als een ster van schoonheid. Dezelfde levenskracht stroomt zowel door haar als door een ster; dezelfde heldere vlam van intelligentie geeft haar die prachtige vorm, lijn en kleur en dit is dezelfde heldere vlam van intelligentie die de baan van de sterren langs hun kosmische wegen beheerst…
fragment uit “Levensvragen – in het licht van de esoterische wijsheid”
Gottfried de Purucker (1874-1942) theosoof.
© www.theosofie.net/literatuur/levensvragen.html
Tekst
Er is in het hart van ieder mens een honger die door niets kan worden gestild – een honger naar een grotere waarheid dan waarvan de meeste mensen weet hebben, een honger naar het ware, een honger naar het verhevene. De oorsprong van dit verlangen is het heimwee veroorzaakt door de herinnering van de ziel aan ons geestelijk thuis, waaruit wij voortkwamen en waarheen wij nu terugkeren. Het is de nostalgie van de ziel, van de geest-ziel van de mens.
Onbewust, intuïtief, ziet de mens het verheven visioen op de bergtoppen van het mystieke oosten; het verstand speelt daarbij geen rol. O, dat hunkerend heimwee naar het onbeschrijflijke, naar het onsterfelijke, naar het onvergankelijke, naar dat wat onuitsprekelijke vrede brengt en een liefde die geen grenzen kent! Ieder menselijk hart voelt dit; het is de reddende kracht in de mens, dat wat hem hoop en aspiratie geeft, wat zijn ziel verheft bij de herinnering aan de luister die eens de zijne was.
Licht voor het gemoed, liefde voor het hart, begrip voor het verstand: alle drie moeten in ieder mens zijn bevredigd voor hij werkelijke vrede vindt.
Er is een pad, een verheven pad van wijsheid en verlichting, dat voor ieder mens, in elke incarnatie in het huidige bestaan op deze aarde, begint en dat daarna binnenwaarts leidt; want het is de weg van bewustzijn en geestelijke verwerkelijking die naar binnen, steeds verder naar binnen voert, naar het mystieke oosten, dat het hart van het heelal en ook uw hart is – de opkomende zon van geestelijk goddelijk bewustzijn in u.
Ieder vermogen, iedere energie, alles, is aanwezig in de diepste kern van uw wezen, die als het ware uw weg is, de weg vanuit het hart van het Zijn, dat uw geestelijke zelf is.
Het pad naar het hart van het heelal is één en toch voor ieder mens verschillend. Dat komt omdat ieder mens zelf dat pad is – het pad dat bestaat uit gedachten en bewustzijn en uit het weefsel van uw eigen wezen. Het is gevormd uit de substantie van het hart van de natuur.
Er is een lange en ook brede weg. Het is de weg waarop u de energiestroom van de natuur mee heeft, en als u deze weg volgt zult u eens de volmaaktheid bereiken; maar dit is de weg van langdurige, langzame ontwikkeling die u in elk leven, ontelbare eeuwen lang, stapje voor stapje verder brengt.
fragment uit “Levensvragen – in het licht van de esoterische wijsheid”
Gottfried de Purucker (1874-1942) theosoof.
© www.theosofie.net/literatuur/levensvragen.html
Tekst
De Helix Nebula, NGC 7293,
gelegen in het sterrenbeeld Waterman, ligt op ongeveer 700 lichtjaar afstand.
Dit is één van de dichtst bij de aarde van alle heldere planetaire nevels.
Wel bekend als het oog van God.
“Je bent niet ‘IN’ het universum, je BENT ‘het’ universum, een intrinsiek deel ervan.
Uiteindelijk ben je geen persoon, maar een brandpunt waar het universum zich bewust wordt van zichzelf.
Wat een geweldig wonder.”
– Eckhart Tolle
Tekst
‘De leerling ziet geen ruimte meer, geen logos, geen orde, geen rede, geen plan, geen schepsel of verschijning. Alleen maar licht, waarin hij in gelukzaligheid verdwijnt; alleen maar kracht, waarmee hij één is; een groots alomtegenwoordig niets, waarmee hij verbonden is zonder banden. Maar dat is de eerste sensatie, de eerste overrompeling van het nieuwe bewustzijn. Het is de prelude, de zegenrijke intocht van de hemelse mens in het nieuwe Jeruzalem. Het is de ontroering van de liefde, waarin de mens wegzinkt als in een zalig niet-zijn.
En dan… dan wordt het oog van Shiva geopend, het oog van Dangma, het derde oog uit de mythologie, dan wordt de hemelse deur ontsloten.
Dat oog van Shiva is de binding van het hemelse denkvermogen met het tot maagd geworden dialectische denkvermogen.
En dat oog van Shiva, die deur naar de hemel, wordt steeds helderder, gaat steeds meer open, naarmate de leerling erin slaagt zijn oude tempel af te breken en in drie dagen weer op te bouwen.
En zodra nu dat oog van Shiva helder en klaar blikt in de nieuwe wereld, na de opstanding op de derde dag die is als een bergbestijging, is de alomtegenwoordige geen zaligdronken lichtzwijmelaar meer in het mystieke niet-zijn, maar dan is hij, dan wordt hij een uitvoerder, een mede-erfgenaam, een medebouwer aan het godsplan voor wereld en mensheid, dan is hij een levend, bewust lid van het lichaam Christi, van de goddelijke hiërarchie. Het nieuwe bewustzijn maakt de leerling geschikt om deelhebber te zijn aan het geweldige scheppings- en louteringsproces, dat van godswege voor alle schepselen is aangevangen en wordt doorgezet.’
fragment uit ‘Het christelijke inwijdingsmysterie’
Jan van Rijckenborgh (1896-1962) Hermetisch gnosticus en Rozenkruiser.
En dan…
dan wordt het oog van Shiva geopend,
het oog van Dangma,
het derde oog uit de mythologie,
dan wordt de hemelse deur ontsloten.
© Gelieve de auteurs vermelding en copyright te respecteren.