De donderende zonnegod reed zijn wagens
over de toppen van de wolken
en bliksemflitsen vonken uit de wagenwiel.
Tekst
2000 – 1500 v.Chr.
Wielhangers (met 4-, 6-, en 12-spaken)
Uit Zürich, Zwitserland
De schijf van de zon werd beschouwd als een wiel; vandaar de mythe dat de zonnegod in een strijdwagen door de hemel rijdt.
(Foto © Nationaal Museum, Zwitserland)
1700 v.Chr.
Rotstekening, Brastad, Zweden.
Het zes-spaken zonnesymbool is samen met een ander kosmologisch object bevestigd aan twee schepen die door een godheid door de lucht worden bewogen. Alles bij elkaar zijn er 6 schepen op de Backa-rotstekening, allemaal uitgelijnd in NO-ZW, wat betekent dat ze varen van zonsopgang bij ZomerSolstice naar de zonsondergang bij WinterSolstice. Het grote schip in het midden wordt bemand door 36 personen. Het aantal schepen en het aantal zeilers lijken een andere manifestatie te zijn van de toepassing van het sexagesimale systeem in deze rotsgravure.
Er kan een mogelijk verband zijn tussen de zon, de spakenfiguren en de dood. De clustering van afbeeldingen rond de ingang van een grot op de site kan verklaren dat de locatie werd geïnterpreteerd als een opening naar een andere wereld, zoals de onderwereld , geestenwereld of rijk van de voorouders. Hierdoor lijkt er een verband tussen het zonsymbool, dood en een portaal tussen verschillende werelden.
1000 v.Chr.
Gouden urn(kalender) van Mjövik, Zweden.
De zon, of zonnegod, bevindt zich in het midden en met zes radiale spaken of zonnestralen die naar elk tweede zonsymbool langs de rand uitgaan, waardoor een kalender-zonnewiel van 6 segmenten van 60 dagen wordt gemaakt (2 zonne- en maancycli) dat is een jaar van 360 dagen (de schrikkeldagen niet inbegrepen). Dit is een manifestatie van het Sumerisch-Babylonische sexagesimale systeem. Het jaar bestaat uit 12 zonnemaanden en 12 maanmaanden (met een onregelmatige positie in de zes segmenten van 60 dagen).
(foto © Historisch museum Zweden)
Reeds voor de Keltische periode, werd tijdens het bronzen tijdperk in Europa, het wiel als zon-symbool beschouwd. Langzaam werd doorheen verschillende windrichtingen, de dondergod geboren, met als belangrijkste symbool het wiel en bliksem. In West-Europa werd Taranis als dondergod aanbeden. Rome introduceerde zijn Jupiter verering. Oost-Europa aanbad Rod, later Perun.
2e-1e v.Chr.
Votief-’Taranis’-wielen
van de Remi stam in keltisch Belgae
uit Nanteuil-Sur-Aisne
Votiefwielen werden teruggevonden op heilige Keltische begraafplaatsen.
Musée d’achéologie nationale, Saint-Germain-en-Laye, Frankrijk
(Foto © onbekend)
ca 45-40 v.Chr.
Gouden stater
van de Trinovantes stam in keltisch Brittannië
Geabstraheerde kop van Apollo (rechts). Geromantiseerd paard dat naar rechts steigert, met eronder een zes spaken wiel.
Philip Ashton Collectie
ca 60 v.Chr.
Zilveren stater
van de Treveri stam in Gallië
Uit Trier
(Foto © onbekend)
Datering onbekend, 1e-4e n.Chr.
Fragment bronzen votief wiel en adelaarsvleugel.
uit Icklingham, Suffolk, England
Ashmolean Museum, England
(Foto ©Ashmolean Museum)
4e v.Chr.
Votiefwiel, Engeland
(Gelijkenis met een spindelkrans, zie hoofdstuk Spinwiel)
(Foto © Catawiki)
3-1e v.Chr.
Spaakwiel amulet van tin-loodlegering, Engeland
(Foto © Catawiki)
5e v.Chr. – 1e n.Chr.
Bronzen beeld ‘Keltische dondergod Taranis met wiel en bliksemschicht’.
Hij wordt ook de wielgod genoemd, vanwege de attributen waarmee hij altijd wordt afgebeeld: het zonnerad en de lichtflits die hoort bij de donder. Taranis betekent ‘donderaar’ en het woord ‘taran’ betekent in het moderne Welsh en Bretons nog altijd donder.
(Foto © Nationaal archeologisch museum, Frankrijk)
Datering onbekend, 1e-4e n.Chr.
Bronzen opzetstuk
Versierd met figuren van Taranis met bliksem, wiel, adelaar, stier met 3 hoorns en dolfijn (wat de onderwereld symboliseert).
Universiteitsmuseum voor Archeologie en Etnologie, Cambridge
3e-1e v.Chr.
Zilveren ketel
Uit Gundestrup, Denemarken
Waarschijnlijk gemaakt in de Balkan, met keltische en thracische invloeden
Nationaal museum van Denemarken
(Foto © World History Archive)
Fragment ketel Gundestrup
Afbeelding van Taranis met gebroken wiel
Fragment ketel Gundestrup
Afbeelding godin met aan beide zijden een olifant en griffioen en het LevensKiem.
Fragment ketel Gundestrup
Afbeelding van Cernunos die een torque en slang vasthoud, omringt door verschillenden dieren.
2350-2000 v.Chr.
Het Pashupati-zegel (Heer der Dieren) uit de beschaving van de Indusvallei vertoont een opmerkelijke gelijkenis met de geweienfiguur.
Zie hoofdstuk Zonnewiel
1e n.Chr.
Zilveren munt, uit Hampshire, England.
Afbeelding hoofd van Cernunos en een ladder met zonnesymbool tussen zijn gewei.
Nationaal Museum van Wales, England.
(Foto © onbekend)
Datering onbekend, 1e-4e n.Chr.
Stenen afbeelding van Taranis met wiel
Uit Netherby, England
Tullie House Museum, Carlisle, England
(Foto © Tullie House Museum)
Datering onbekend, 1e-4e n.Chr.
Stenen zuil
Afbeelding van Taranis met wiel
Uit Romeins Gallië.
Elzas, Frankrijk
(Foto © onbekend)
Datering onbekend, 1e-4e n.Chr.
Stenen altaar
Het wiel – een prominent symbool voor de inheemse Taranis en/of (door Rome geïntroduceerd) Jupiter, de god van de donder.
Musée d’Archéologie, Nîmes, Frankrijk
(Foto © Ralph Haeussler)
Datering onbekend, 1e-4e n.Chr.
Stenen altaar voor de ‘wiel-donder-god’ Taranis/Jupiter
Zuid-Gallië (Romeinse periode), Vaison-la-Romaine
Musée d’Archéologie, Nîmes, Frankrijk
(Foto © Ralph Haeussler)
Datering onbekend, 1e-4e n.Chr.
Driehoekige kleien afbeelding van de wielgod
Uit romeins fort, Caerleon, England
Nationaal Museum van Wales
Datering onbekend, 1e-4e n.Chr.
Bronzen wiel en hakenkruis-broches
Tongeren, België
Gallo-Romeins museum, Tongeren, België
1e n.Chr.
Fibulae, Henegouwen, België.
Gelijkenis met de Votief-wielen van de Taranis cultus.
Museum Kunst & Geschiedenis, Brussel, België
(foto © Stefaan Algoet)
Het verloop van de zon aan de hemel is nooit veranderd sinds mensenheugenis. Dag na dag rees het vurige wiel boven de horizon en reisde langs de hemel naar het andere einde van de aarde. Dag na dag gaf de zon, warmte en licht aan mensen, verdreef de nachtelijke schemering en kou. De zon vertegenwoordigde de overwinning van de krachten van het licht op de duisternis. De overwinning van de krachten van het goede over de krachten van het kwaad.
De Slavische volkeren (vanaf 2000 v.Chr.) gebruikten talloze afbeeldingen van de zon (6-spaken wiel) als een sterk beschermingsymbool om zichzelf en hun huizen te beschermen en als bewakingssymbolen tegen alle ‘bekende en onbekende kwaden’.
Rod was de oppergod van het oostelijke Slavische pantheon in het eerste millennium voor Christus. Hij was een schepper, een godheid van vruchtbaarheid en licht. Hij gaf leven op aarde, en reed in de hemel tussen de wolken en wees de mens zijn lotsbestemming toe. Het gebruik van zijn donderteken was niet zozeer als afweer tegen donder en bliksem, maar een erkenning van zijn bestaan als een godswezen, en een oproep om zich van onheil te sparen en bescherming van tegenslag.
Rod werd in de eeuwen die volgden vervangen door Perun (Perunica of Perkūnas), met dezelfde betekenis. Taranis was de naam van een gelijkaardige dondergod in de keltische cultuur.
Doorheen de eeuwen werd de 6-spakenwiel hervormt naar de rozet met zes bloembladen (LevensKiem en afgeleiden, het LevensZaad en LevensBloem). Deze rozet geassocieerd met de god Perun, de god van de donder en bliksem, en werd gebruikt als algemene bescherming (tegen bliksem) en om de gunst van de donder te verzekeren. Het symbool wordt toepasselijk het ‘symbool van Perun’ genoemd.
Deze ‘oude symbolen’ werden gegraveerd op dakbalken of over ingangen van dorpshuizen. Het is zowel in steen als in hout gesneden, op wiegjes, kisten. Het wordt ook vaak gevonden in kapellen en kerken, wat aantoont dat zelfs het christendom het niet volledig kon vermijden.
Als we de rozet in geometrische elementen verdelen, krijgen we zes bladeren, in hexagramvorm, binnen een cirkel. Een symbool van de cyclus van veranderingen van de aardetijd (polygoon) en de oneindige tijd (cirkel). De cirkel is vooral een symbool van tijd en goddelijkheid, dat eindeloos en allesomvattend is.
Volgens Jung behoren de rozetten tot de archetypische mandalagroep (mandala is een Sanskrietwoord voor cirkel), die zowel in het oosten als in het westen voorkomt en een universele symbolische structuur vertegenwoordigt.
In deze tweekleurige rozet snijden de rode en blauwe Y elkaar in het midden, twee tegenstellingen die in elkaar overgaan – analoog aan een hexagram – dat bestaat uit twee overlappende gelijkzijdige driehoeken, met één naar beneden gericht en de andere naar boven gericht (zespuntige ster). Deze vorm symboliseert de vereniging van het vrouwelijke en het mannelijke – de microcosmos en de macrocosmos – zo boven en zo beneden.
De rozet toont de levenscyclus (duisternis en licht, lente naar zomer naar herfst naar winter). De eeuwige verandering van geboorte, groei en sterven die de mens dagelijks heeft waargenomen. Dit alles in een symbolische laag van rozetten.
Met dank aan
– Adela Pukl, M.A., counsellor department of spiritual culture, Slovene Ethnographic Museum
– Monika Kropej Telban, Ph. D., Institute of Slovenian Ethnology
Bibliografie
– ‘New Find of Six-Spoke Sun Wheels from the Bronze Age in Scandinavia’, door Nils-Axel Mörner, Bob G. Lind
– ‘Astronomy and Sun Cult in the Swedish Bronze Age’, door Nils-Axel Mörner, Bob G. Lind
– ‘Petroglyphs as Paintings’, door James Dodd
– ‘Svarica, rozeta ali šestlistnato znamenje’, door Društvo Slovenski Staroverci
– ‘The Cosmology of the Ancient Balts’, door Straižys V. & Klimka L.
– ‘Representations of an Ancient Cosmovision on Lithuanian Distaffs’, door JonasVaiškūnas
– ‘The Worship of the Romano-Celtic Wheel-God in Britain seen in Relation to Gaulish Evidence’ door Miranda Green
Tekst
1626 n.Chr.
LevensKiem op een balk in een klooster, Polen.
(Foto © Dariusz Śmigielski)
1643 n.Chr.
Deur van houten kerk uit Budesti-Josani, Roemenië.
(Foto © Tetcu Mircea Rares)
1681 n.Chr.
Afbeelding LevensKiem met Christogram, in houten plafondbalk Blokhut.
Rural Architecture Museum van Sanok, Polen.
(Foto © onbekend)
18e n.Chr.
Detail van een portaal in de houten kerk van Gârbău Dejului, Roemenië.
(Foto © onbekend)
19e n.Chr.
Houten plafondbalk, etnografisch park Orawa, Zubrzyca Górna, Polen.
(Foto © onbekend)
Tekst
1492 n.Chr.
Houtsnede van Crodo, uit de Cronicon Picturatum
(Saksische kronieken) door Conrad Bote, Duitsland.
(Foto © Bayerische StaatsBibliothek)
1722 n.Chr.
“Crodo” geïllustreerd in L’Antiquité expliquée door Bernard de Montfaucon, Frankrijk.
Crodo was de allerhoogste pre-Christelijke god voor de saksische en west-slavische volkeren.
Crodo werd vergeleken met de Latijnse Saturnus (Saeter) en Rod (Perun). Hij werd afgebeeld door een oude man en vier elementen: hij staat op een vis, symbool van water; met één hand houdt hij een wiel, symbool van de zon en van de cycli van het universum en van eendracht; met de andere hand houdt hij een emmer met bloemen, symbool van de bloeiende aarde en overvloed; en rond zijn middel heeft hij een fladderende linnen riem, symbool van lucht.
Tekst
Tekst
20 Juli feestdag van Rod, Perun en Sint Elijah
Hedendaagse ecologisten maken ook vaak gebruik van het zes-seizoens model voor regio’s met een gematigd klimaat: Prevernal (vroege lente), Vernal (lente), Estival (hoogzomer), Serotinal (late zomer), Herfst en Hibernal (winter).
Hedendaags Slavisch verbrandingsritueel, ter ere van de god Koliada, om de geboorte van de zon te vieren, tijdens de winterzonnewende.
© Gelieve de auteurs vermelding en copyright te respecteren.