Heilige Geometrie

“Universal symbolic mirrors of natural laws within us.
Friendly reminders to forgive the dreamer of separation.”

– Bruce Rawles

Beeld je in, helemaal alleen te zijn in het donker. Stel je voor, dat er niets is in het universum.
​​… niets bestaat, geen sterren, geen planeten, geen atomen, geen deeltjes, geen kwantummechanica, geen Godsdeeltje.

Je zweeft in het niets.


 ‘In het begin was het heelal vormloos en leeg en duisternis was op het oppervlak van de diepte.‘






Geest gaf aanleiding tot bewustzijn. Bewustzijn kon niet omhoog, omlaag, naar links of naar rechts bewegen. Het had niets anders dan zichzelf.

Tekst

En de geest van het Al bewoog zich over de wateren.




Het bewustzijn breidde zich uit tot een perfecte sfeer om zijn middelpunt.
Waarvan het middelpunt overal is en de omtrek nergens.

Dit is de eerste cirkel (sfeer) in de LevensGen.

In wezen is dit de eerste fase in de schepping, ik heb een ruimte gecreëerd om Mijzelf te vormen. Een “Invloedssfeer

Tekst

Ik heb de gnosis om mezelf te repliceren, dus houd ik mijn aanvankelijke sfeer intact en verplaats mijn bewustzijn naar de buitenrand van de sfeer. De geboorte van recreatie gebeurde op dat moment.

Het bewustzijn had de hemel en de aarde geschapen.

Deze vorm wordt de vesica piscis genoemd. 
Op dezelfde manier begint de mens als een enkele cel en repliceren we ons.

De geest besluit dat het weer zal gaan naar precies één straal en we krijgen het statief van het leven dat de heilige drie-eenheid omvat.

Deze beweging en ontspanning van het bewustzijn gaat door totdat uiteindelijk op dag zes de levensKiem is geschapen.

De levensKiem (of genesis-patroon) wordt aangenomen als symbool dat de zeven dagen van de schepping afschildert waarin God het leven schiep.

Tekst

Heilige Geometrie

De Heilige Geometrie beschrijft op een elegante wijze fenomenen, zoals de groei van planten, de proporties van het menselijke lichaam, de omlooptijden van de planeten, licht, de structuur van kristallen, muziek, etc.

De Heilige Geometrie lijkt tevens een sleutelrol te vervullen in een nieuwe, in opkomst zijnde postkwantumfysica. Deze nieuwe fysica geeft inzicht om het nulpuntsveld te verklaren en is een heropleving van de 19e eeuwse etherfysica.

Oude geometrie berust niet op a priori axioma’s of veronderstellingen. Anders dan de Euclidische meetkunde en de meer recente geometrieën, is het uitgangspunt van het oude geometrische denken geen netwerk van intellectuele definities of abstracties, maar een meditatie op een metafysische eenheid. Gevolgd door een poging om het visueel te symboliseren in een zuivere, formele orde, die voortkomt uit deze Eenheid. Oude geometrie begint met één, terwijl moderne wiskunde en geometrie beginnen met nul.

Eenheid, als het perfecte symbool van het Al scheidt zichzelf van binnen in zichzelf en creëert zo Twee: het ‘zelf’ en het ‘ik’ van het Al; de schepper-eenheid en de gecreëerde veelheid. Eenheid ontstaat door zichzelf te delen. 

Onze wereld is samengesteld uit geometrieën die gevonden kunnen worden in alles, variërend van een schijfje sinaasappel tot de delicate bloembladen van een bloem. Heilige Geometrie is wat de symbolen die we ervaren in de materiële vorm, vormt en creëert. Hier combineren we de microkosmos tot de oneindige macrokosmos. Deze symbolen in de geometrie zijn een toegangspoort tot de goddelijke bron in ieder van ons, het zou zelfs gezegd kunnen worden dat Heilige Geometrie een weerspiegeling is van onze eigen geest. Het is het ingenieus ontwerp dat de holografische blauwdruk van de werkelijkheid om ons heen creëert.
Als we naar Heilige Geometrie kijken, onderzoeken we de diepste kern van het universum. Het is een universele taal die de basis vormt voor het begrijpen van de goddelijke blauwdruk van de kosmos.

Wanneer we werken met Heilige Geometrie krijgen we toegang tot een dieper deel van onszelf. 

De symbolen zijn overal om ons heen.

Literatuur
– https://www.theosofie.net
– ‘Ontheemde zielen ontwaken’, door jan wicherink
– ‘Sacred geometry’, door Robert Lawlor

Tekst

LevensKiem
of het
Genesispatroon.

Als het cirkelpatroon van het LevensKiem 7x wordt herhaald
ontstaat het
LevensZaad.

Als het cirkelpatroon van het LevensKiem 19x wordt herhaald ontstaat de
LevensBloem.

Tekst

© Onderstaande tekstfragmenten komen uit
Fantomen van licht‘, door Niels Bagchus, 2014, p. 25-38

Meer info over zijn boek kan je vinden op
www.nielsbagchus.nl

Tekst

De LevensBloem bestaat uit zeven hoofdcirkels en hierin is een driehoekraster te tekenen. Het driehoekraster is een matrix met 37 kruispunten, 93 lijnstukjes en 54 driehoeken.

Het driehoeksraster bevat diverse driedimensionale vormen, die in een isometrische projectie zijn weergegeven. De kubus bijvoorbeeld bestaat uit zes vlakken, die elk onderverdeeld zijn in 3×3=9 kleinere vlakken.
6×9=54 vlakken, hetzelfde getal als het aantal driehoeken in het driehoeksraster van de LevensBloem.

De kubus wordt ook als de hexaëder omschreven en is één van de vijf regelmatige veelvlakken (platonische lichamen). De platonische lichamen zijn alle vijf te construeren met behulp van het driehoeksraster en passen dus in de LevensBloem.

Tekst

Platonische lichamen

tetraëder

vuur

4 vlakken
6 ribben
4 hoeken

hexaëder

aarde

6 vlakken
12 ribben
8 hoeken

octaëder

lucht

8 vlakken
12 ribben
6 hoeken

dodecaëder

ether

12 vlakken
30 ribben
20 hoeken

icosaëder

water

20 vlakken
30 ribben
12 hoeken

Het aantal vlakken geeft de benaming van de platonische lichamen.
Tetra betekent vier, waarmee het figuur met vier driehoekige vlakken de tetraëder is. Hetzelfde geldt voor de hexaëder (zes vierkante vlakken), de octaëder (acht driehoekige vlakken), de icosaëder (twintig driehoekige vlakken) en de dodecaëder (twaalf vijfhoekige vlakken).

Voor alle platonische lichamen gelden de volgende vijf regels:
alle vlakken hebben dezelfde afmetingen en grootte,
alle ribben hebben dezelfde lengte,
alle hoeken in het figuur zijn hetzelfde,
alle hoekpunten raken een omliggende bol,
de lichamen zijn spiegelsymmetrisch.

De platonische lichamen hebben enkele opmerkelijke eigenschappen. Om te beginnen passen ze allemaal in een bol. De buitenste punten van de vormen liggen allemaal op het oppervlak van een omschrijvende cirkel.

Ook passen alle vormen perfect in elkaar en kunnen perfect genest worden. Alle vormen hebben een tegenhanger, een tegengestelde vorm die gecreëerd kan worden uit de ander. De kubus bijvoorbeeld heeft de octaëder als tegenhanger. Als we de middelpunten van de vlakken van een kubus nemen en deze punten met elkaar verbinden d.m.v. lijnen dan ontstaat hieruit een octaëder.

Hetzelfde proces kan omgedraaid worden om een kubus te creëren uit een octaëder. Enkel de tetraëder kent zichzelf als tegenhanger. De dodecaëder en de icosaëder zijn ook tegenhangers van elkaar. Elke lijn, vlak en hoek in een platonisch lichaam zijn identiek aan elke andere lijn, vlak of hoek uit dezelfde vorm. Met andere woorden de Platonische lichamen zijn extreem symmetrisch.

De vijf platonische lichamen zijn geometrische vormen waarvan wordt gezegd dat ze fungeren als een sjabloon waaruit al het leven ontspringt. Deze vijf structuren zijn te vinden in mineralen en organische levensvormen, geluid, muziek, taal, etc. De Grieken leerden dat deze vijf lichamen de kernpatronen van fysieke creatie waren. Vier van de vaste deeltjes werden gezien als de archetypische patronen achter de vier elementen vuur, aarde, lucht en water, terwijl de vijfde werd gezien als het patroon achter de levenskracht zelf, de ether.
Volgens Plato is ether, ook gespeld als æther, en ook wel kwintessens genoemd, het materiaal dat de ruimte van het universum boven de aardse sfeer vult.

tetraëder

hexaëder
&  octaëder

dodecaëder
&  icosaëder

Kubus van Metatron

De Levensbloem bevat ook de geometrische basis voor de afbakening van een speciale vorm. Als je een lijn tekent vanuit het midden van elke bol naar het midden van elke andere bol, ontstaat de kubus van Metatron

We vinden de platonische geometrische vormen tweemaal terug in de kubus van Metatron.

Aartsengel Metatron wordt in de esoterische literatuur beschouwd als de “stem van God”. En is één van de hoogste aartsengelen. Hij wordt afgebeeld in oude teksten met het beeld van de kubus die zijn naam draagt ​​die op zijn borst is afgebeeld of rond hem zweeft. De kubus van Metatron wordt ook beschouwd als een heilige glyph.

Ster-tetraëder of MerKaBa

Het eerste platonische lichaam, de tetraëder, is opgebouwd uit vier driehoeken. Wanneer er daarvan twee tegengestelden worden gecombineerd ontstaat de Ster-tetraëder. De driehoek met de top omhoog is gericht op de geest en de driehoek met de top omlaag is gericht op de materie. Wanneer de tegengestelde driehoeken naar elkaar toe bewegen ontmoeten ze elkaar in de ziel. De Ster-tetraëder wordt ook omschreven als de MerKaBa (in de derde dimensie). De kern van de ster-tetraëder is de octaëder. De octaëder is de MerKaBa in de vierde dimensie.

De MerKaBa is het symbool van een energetisch lichaam. De MerKaBa bestaat uit drie onderdelen: Mer, Ka en Ba en omvat de drie-eenheid van het lichaam, de ziel en de geest. De Ba is het fysieke lichaam, de Ka is het Lichtlichaam en Mer is een alles verbindend lichtveld.
Het fysieke lichaam is een voertuig om ons in de driedimensionale wereld voort te bewegen. Dat fysieke lichaam is een replica van een etherische mal, want het fysieke lichaam wordt vanuit het lichtlichaam uitgekristalliseerd, als een vorm van bevroren licht. Het lichtlichaam is het lichaam van de ziel, dat zich in het ether voortbeweegt. De Mer is een verbindend lichtveld en dat is een alles omvattende universele matrix, die door de levensbloem wordt uitgebeeld. De Merkaba zorgt voor de uitlijning van het fysieke lichaam met het lichtlichaam. Daarom is het van belang om het lichtlichaam bewust te integreren in het fysieke lichaam, door je af te stemmen op de MerKaBa.

Ster-tetraëder of MerKaBa fractal

De ster-tetraëder is een krachtig symbool omdat het hemel en aarde als één verbindt. Het symboliseert het samensmelten van twee punten, twee werelden. De spirituele wereld die zich op het aardse vlak aligneert. Het is ook het symbool van de Hartchakra die de verbindende brug tussen de lagere en hogere chakra’s vertegenwoordigt.

De levensbloem ontstaat door cirkels om elkaar heen te rangschikken. Wanneer de merkaba om een hoekpunt wordt geroteerd ontstaat een figuur waarin de merkaba in het groot weer is terug te vinden. De MerKaBa fractal.

Kabbala

Een ander symbool dat afgeleid is van de Levensbloem, is de Levensboom. De Levensboom is het symbool van de Kabbala in de joodse mystiek.                            
Zo kan men vaststellen welke geometrische schoonheid en symmetrie verborgen liggen in al deze symbolen en hoe ze allemaal afkomstig zijn uit een progressie van het LevensGen.

Kabbala fractal

De Levensboom lijkt op het eerste gezicht een plat figuur, maar deze is ruimtelijk en bevat drie van de platonische lichamen: de octaëder, de hexaëder en de tetraëder.

Wanneer we de Levensboom op dezelfde manier als de merkaba roteren, onstaat er een figuur dat sterk gelijkt op een sneeuwvlok. Er zijn in deze figuur zes Levensbomen getekend.

Fractals

De levensbloem bestaat uit verschillende cirkels, die onderling met elkaar zijn verbonden. Deze cirkels beelden een eenheid uit. Sommige cirkels van de levensbloem lijken afgesneden door de twee buitenste cirkels, maar deze lopen verder door buiten het figuur, tot in een oneindig veld. De lotusbloem is het centrum van de levensbloem, waarbij alle onderdelen gelijkvormig zijn aan het geheel.

Isotropische vector matrix

Door de fractal van de MerKaBa en de Kabbala te combineren ontstaat een ruimtelijke figuur dat door Richard Buckminster Fuller werd beschreven als de Isotropische Vector Matrix. Deze matrix bestaat uit 8×8=64 kleine tetraëders en wordt ook aangeduid als de 64 tetraëder matrix.

Fundamenteel voor de kosmische verschijnselen die we kunnen waarnemen (fotonische en atomaire straling), conceptueel bepalen dat ze bestaan ​​(bijv. Donkere materie / energie), en via directe ervaring (bewustzijn zelf) is een verenigd veld van oneindige energie en creatief potentieel. Algemeen bekend als het nulpuntsveld of vacuüm van de ruimte (of meer recentelijk plenum genoemd, wat “volheid” betekent), is dit de bronstaat die voorafgaat aan de manifeste realiteit (zowel fysiek als metafysisch). Dit verenigde veld heeft een specifieke geometrie of kosmometrie, waarin alle energetische straling, gravitatie, magnetisme, spanning, druk, denken, voelen, enz. oplost in een staat van perfect en absoluut evenwicht – nulverschil en fluctuatie. De naam van dit geometrische patroon is de Isotropische Vector Matrix. Isotroop betekent ‘allemaal hetzelfde’. Vector betekent ‘energielijn’. Matrix betekent ‘patroon van energielijnen’. Het is een patroon van energielijnen die overal hetzelfde zijn.

MerKaBa matrix

Ook  in de Isotropische Vector Matrix is de MerKaBa in het groot weer terug te vinden.

De Vector Equilibrum

De kern van de Isotropisch Vector Matrix wordt gevormd door de Vector Equilibrum. De Vector Equilibrum bevat twaalf punten, die allemaal op gelijke afstand van een centraal middelpunt gelegen zijn.

Het is een geometrische vorm waarin alle vectoren even lang zijn. Dit zowel van het middelpunt tot de omtrek van de hoekpunten, en de randen (vectoren) die al deze hoekpunten verbinden. Met dezelfde vorm als een cuboctahedron.

Tekst

 De geometrische figuren die ontstaan vanuit de levensbloem zijn zo complex dat we ze verstandelijk bijna niet meer kunnen bevatten. Het is ook niet nodig om het allemaal verstandelijk te begrijpen, want deze symbooltaal werkt op een ander wijze.

De Heilige Geometrie vormt de sleutel van een dimensieslot, dat zich opent wanneer we onze blik er op werpen. Het kijken naar de afbeeldingen van de heilige geometrie kan daarmee een energetisch proces van heling in werking zetten.

De Vector Equilibrium vertegenwoordigt de ultieme en perfecte toestand waarin de beweging van energie tot een toestand van absoluut evenwicht komt, en daarom absolute stilte is, het niets.

Torus & V.E.

Het is conceptueel de geometrie van wat we het nulpunt of het eengemaakte veld noemen. Het verenigde veld is puur potentieel en bevat een oneindige hoeveelheid energie.

Torus

De torus is een belangrijke geometrische driedimensionale vorm omdat de torus het bouwblok is van de materie in de nieuwe etherwetenschap. 
Het is eigenlijk een bol die van boven en onder naar binnen toe gekruld is, zodanig dat er een gat ontstaat in het midden.
We kunnen de torus het beste vergeleken met een donut of met een appel. De torus ontstaat ook door het genesispatroon 360 graden te roteren om het middelpunt. 

Gulden snede

Een belangrijke vorm in de Heilige Geometrie is de Gulden snede. De Gulden snede is een speciale verhouding die wordt aangeduid met de Griekse letter Ф, Phi genaamd.  Ф = ½ * √5 + ½   = 1.618033988749894848204586834365638117720309180 ….
Phi is, net als het getal Pi,  een irrationeel getal. Wat betekent dat je haar waarde niet exact kunt berekenen, je kunt het alleen benaderen. 
Wanneer de Phi-ratio toegepast wordt op een rechthoek dan spreken we van een Gulden rechthoek. De Gulden rechthoek kan gebruikt worden om een spiraal te creëren, de Gulden Spiraal.
De Gulden snede spiraal kan oneindig voortgezet worden in zowel binnenwaartse als buitenwaartse richting, ze wordt kleiner en kleiner wanneer ze inwaarts spiraliseert en groter en groter wanneer ze buitenwaarts spiraliseert.
De Gulden snede is een unieke verhouding, namelijk: de verhouding van het geheel tot het grotere deel is hetzelfde als de verhouding van het grotere deel tot het kleinere deel. Als zodanig verbindt het symbolisch, elke nieuwe generatie met zijn voorouders, waarbij de continuïteit van de relatie wordt bewaard, een middel om zijn afstamming op te volgen.

Fibonaccispiraal

Een variant van de Gulden snede spiraal is de Fibonaccispiraal. Het verschil met de Gulden snede spiraal zit hem erin dat deze spiraal niet oneindig klein begint maar start met een Gulden rechthoek waarvan één zijde de lengte 1 heeft en de andere de som van de twee vorige getallen. Geleidelijk aan, wanneer de Fibonaccispiraal buitenwaarts spiraliseert, zal er nauwelijks nog verschil merkbaar zijn tussen de ware Gulden snede spiraal en de Fibonaccispiraal. 
De Fibonaccispiraal is gebaseerd op de progressie van de Fibonaccireeks. Leonardo Fibonacci (1175 n.Chr.), een groot wiskundige uit de middeleeuwen ontdekte de naar hem genoemde Fibonaccireeks door de natuur te bestuderen. Doordat hij de groei van een konijnenpopulatie en de groei van bladeren en bloemblaadjes bestudeerde, ontdekte hij een bepaalde mathematische volgorde: 
1, 1, 2, 3, 5, 8, 13, 21, 34, 55, 89, 144 etc.
Elke getal in de reeks is de som van de twee vorige getallen beginnend met het getal 1. De Fibonaccireeks divergeert naar de Gulden snede wanneer we twee opeenvolgende getallen in de reeks met elkaar delen.
1/1 = 1 
2/1 = 2,0 
3/2 = 1,5 
5/3 = 1,667 
8/5 = 1,60 

144/89 = 1,618

De Fibonaccireeks divergeert dus naar Phi (Ф) maar bereikt haar nooit omdat het een irrationeel of transcendent getal is. Fibonaccispiralen en Gulden snede verhoudingen komen overal in het universum voor. De spiraal is de natuurlijke stromingsvorm van water. Het is ook de natuurlijke stromingsvorm van de lucht in tornado’s en orkanen. Een mooi voorbeeld van een Fibonaccispiraal in de natuur, is de Nautilusschelp.  De Gulden Snede komt talloze malen voor in het menselijke lichaam, in de verhoudingen van de botten en de lengte van armen en benen bijvoorbeeld. De Gulden Snede is ook de verhouding van de afstand van de navel tot de teen en van de navel tot de kruin.

Quasikristallen

In ‘gewone’ kristallen zijn atomen regelmatig en periodiek gerangschikt. Dat laatste betekent dat ze een bepaalde geometrische structuur hebben en die structuur herhaalt zich met een bepaalde symmetrie. Zo bestaan er kristallen met een twee-, drie-, vier- of zesvoudige symmetrie. Dat betekent dat de positie van de kristallen wanneer je ze 180 graden om hun as draait niet te onderscheiden is van de positie die de kristallen voor het draaien innamen.

In 1984 creëerde onderzoeker Dan Shechtman in een laboratorium een quasikristal. Quasikristallen zijn kristallen die bestaan uit atomen met een schijnbaar regelmatige, maar in werkelijkheid aperiodieke structuur. Dat laatste betekent dat hun organisatie verandert naarmate ze groeiden.

Quasikristallen zijn dus regelmatige patronen die zichzelf toch niet herhalen. Ze hebben alles te maken met de bekende ‘reeks van Fibonacci’, waarin ieder getal de optelsom is van de twee voorgaande getallen. De verhouding tussen twee van die getallen komt steeds dichter bij de Gulden Snede, die veel in de natuur voorkomt.

Het Ho-Mg-Zn-quasikristal. Aan de vijfhoek-vormige oppervlakken is te zien dat het een quasikristal is met 5-voudige rotatiesymmetrie.

Khatyrka-meteoriet

Elektronendiffractiepatroon van een icosaëder Ho-Mg-Zn-quasikristal.

Een Petrie-polygoon projectie op de diffractogram van een icosaëder Ho-Mg-Zn-quasikristal.

Quasikristalpatronen zijn vergelijkbaar met de Penrose-mozaïken, de zogenaamde ‘aperiodische mozaïeken’ gemaakt van twee verschillende tegels. Zo’n patroon is regelmatig, maar herhaalt zichzelf nooit.

In de dertiende eeuw maakten islamitische kunstenaars al tegelpatronen uit vijf verschillende tegels. Ze zijn onder meer te zien in het Alhambra in Granada, Spanje. (Zie ook Islam Geometrie)

In het oosten van Rusland werd in 2009 voor het eerst een quasikristal in de natuur gevonden. Het nieuw mineraal werd meer bepaald in de Khatyrka-meteoriet ontdekt. Het bestaat uit aluminium, koper en ijzer en geeft onder de elektronenmicroscoop een keurig tienvoudig symmetrisch patroon. Het is dus niet aards ontstaan.

Fragment boog in de Groene Moskee in Bursa, Turkije uit 1424.

Keegan McAllister heeft deze animatie gemaakt
van quasikristallijne patronen.

© Gelieve de auteurs vermelding en copyright te respecteren.