“Wat beneden is, is gelijk aan wat boven is,
en wat boven is, is gelijk aan wat beneden is.”
– Hermes Trismegistus
Tekst
“Dus heb ik, Driewerf-Grootste Hermes,
die als eerste der mensen tot alweten kwam
de geheimen der goden opgeschreven,
in gewijde symbolen en heilige hiërgoglyfen,
op deze stenen platen, die ik heb verborgen
ten behoeve van een toekomstige wereld
die mogelijk onze heilige wijsheid zoekt.
Door alziende Geest
ben ik zelf getuige geweest
van de onzichtbare dingen van de Hemel,
en door beschouwing
tot Kennis van de Waarheid gekomen.”
-fragment uit de profetieën van Hermes Trismegistus
Tekst
13e v.Chr.
Reliëf van Toth en Seshat. Achterkant van de troon van het zittende standbeeld van Ramses II, Luxortempel, Egypte.
(Foto’s © Alfred Molon)
Thoth werd voorgesteld als een man met de kop van een ibis of van een baviaan. Hij was de god van het schrift en de rekenkunst. Hij gold als de schrijver van Ra, de zonnegod. Tegelijkertijd was hij ook de beschermer en genezer van de maan: de onzichtbaarheid bij nieuwe maan werd geassocieerd met het gestolen oog van Horus, dat door Thoth bij volle maan weer hersteld werd. Hij was de ‘Heer van de goddelijke woorden’, in de zin dat hij voor de goden het woord voerde. Hij schiep door middel van het goddelijke Woord, de Logos. Hij was de ‘Allesweter’, die het schrift, de taal, de kunsten en de wetenschappen had uitgevonden. Afbeeldingen op oude papyri schilderen hem vaak af als de schrijver die alles nauwgezet vastlegt.
De aanbidding van Thoth begon waarschijnlijk in Neder-Egypte in de pre-dynastieke periode (ca. 6000 – 3150 v.Chr.) En ging door tot de Ptolemeïsche periode (323 – 30 v.Chr.)
De partner die het vaakst werd geassocieerd met Thoth was Seshat, godin van het schrijven, de bewaarder van boeken, en beschermgodin van bibliotheken. Of zij zijn metgezel, vrouw of dochter was, is niet geweten. Ze werd ook geïdentificeerd als de godin van de architectuur, astronomie, astrologie, bouwkunde, wiskunde en geometrie. Bewaker van de tempelbibliotheek, Hemelse bibliothecaris, Meesteres van bouwers.
Als godin van de metingen staat ze de koning bij in het ritueel dat bekend staat als ‘uitrekken van het koord of pedj-shes’ dat voorafging aan de bouw van een gebouw, meestal een tempel. De ‘koord’ in kwestie is de metselaarlijn die werd gebruikt om de afmetingen van het gebouw te meten en het gebouw uit te lijnen met de sterren of punten van het kompas.
Thoth in hïerogliefen
Thoth (Hermes) de driemaal grootste
in hïerogliefen
Seshat in hïerogliefen
Seshat in hïerogliefen
Het vastleggen van maat en tijd, en het uitlijnen van tempels en monumenten is een rol van enorm belang, geassocieerd met een juiste afstemming met het hemelse rijk, het rijk van de goden.
Haar rol kan dus heel duidelijk worden gezien als het helpen van de samenleving bij het tot stand brengen van een juiste relatie met het goddelijke rijk, waardoor het in harmonie komt met de orde van het universum. Haar rol bij het actief helpen van de koning in het ‘uitrekken van het koord’-ritueel bij het leggen van de basis van belangrijke gebouwen, dramatiseert duidelijk het feit dat het patroon voor de menselijke samenleving voortkomt uit, en moet worden afgestemd in passende harmonie met, het rijk van de geest: het onzichtbare rijk, het rijk van de goden.
Seshat spoort ons aan om het rijk van de goden te erkennen en het Onzichtbare Rijk zijn gepast recht te geven, en om ons in lijn te brengen met dat Onzichtbare Rijk, om een harmonieuze integratie tot stand te brengen tussen de materiële en spirituele aspecten van onze eigen aard en van het materiële-spirituele universum waarin we ons bevinden in dit geïncarneerde leven.
Seshat wordt afgebeeld in een luipaardvel, met een hoofdtooi van een zevenpuntige ster/blad omhult door een halve maan in de vorm van een boog.
Ze draagt een lange staf, gemaakt van de centrale rib van een palmvarenblad, met vierenzestig inkepingen en met een heilige shen-symbool (van oneindigheid) eronder. Met deze inkepingen geeft ze de regeringslengte van de koning weer. Inkepingen snijden of markeringen maken op een stok is de vroegste van alle vormen van het bijhouden van een telling, en op zichzelf zou het een oorsprong suggereren van de tijd, zelfs voordat het schrijven was uitgevonden.
Seshat is afgeleid van Sefhet, wat in het oude Egypte ‘7’ betekent.
1841 n.Chr.
Tekening van muurschilderingen uit het Memnonium in Thebe, Egypte.
Atmoo, Thoth en de godin Seshat, die de naam Remeses op de vrucht van de persea schrijft.
(Foto © New York Public Library’s)
Tekst
“Ik maak je namen permanent,
zoals de hemel blijvend is.
Zolang het eeuwige bestaat, zul je altijd bestaan.”
-Seshat
De exacte betekenis van de hoofdtooi is niet geweten. Eén van de verschillende interpreties is dat dit een symbolische weergave is van de lotusbloem. De lotusbloem was buitengewoon belangrijk in de oude Egyptische symboliek, kosmologie en vooral kosmogonie, omdat het zijn kelk ‘s morgens opende en ’s avonds sloot met respectievelijk de rijzende en ondergaande zon.
Eén van de meest opvallende kenmerken van deze bloem is ongetwijfeld de radiale verdeling van de bloemblaadjes rond het centrum. Dit creëert regelmaat, herhaling, uniformiteit en schoonheid. Al deze kenmerken zijn in feite eigenschappen van symmetrie, een van de meest fundamentele principes die in de natuur worden waargenomen. De principes van symmetrie gezien in de natuur en in de kunst kunnen ook in de architectuur worden waargenomen.
De hierbij genoemde kenmerken worden aangehaald om tot de conclusie te komen dat in de vorm van het teken van de godin Seshat het geometrische principe van symmetrie kan worden herkend.
Zou de boog, een primitieve weergave zijn van een remklauw (passer) om metingen te doen ?
Thoth observeerde en schreef alles op wat er gebeurde en rapporteerde het elke ochtend aan Ra. Als verslaghouder van de goden was hij gekoppeld aan de bibliothecaris Seshat. Thoth en Seshat kenden zowel de toekomst als het verleden. Ze schreven het lot van een persoon in op stenen waarop hun moeder beviel en de lengte van een koningschap op de bladeren van de heilige Persea/Isjed-boom (Tree of life).
1841 n.Chr.
Tekening van muurschilderingen uit het Pantheon, Egypte.
(Foto © New York Public Library’s)
Na de cultus van Osiris, brachten de volgelingen van Horus, een zonnegodsdienst mee vanuit het oosten. De priesters van Ra, de aanbidders van Amon en de aanhangers van Aton.
De hemel van Osiris was een plaats waar de velden vruchtbaar waren, vlees en drank in overvloed.
De volgelingen van Ra, de zonnegod, geloofden in een hemel met een meer geestelijk karakter. Ze hoopten om plaats te kunnen nemen in het schip van deze god, gehuld in licht ten hemel te reizen en zo heldere en stralende geesten te worden.
Thoth speelde een prominente rol toen het Oog van Ra ‘de Zon’, strijd voerde met Seth, de god van de duisternis. Deze kwade macht slaagde erin wolken over het oog te werpen, en het was Thoth die ze wegveegde, en ‘het oog levend en heel, naar zijn heer terugbracht.
In vele gevechten tussen de goden was Thoth vaak de scheidsrechter. Zijn taak was te voorkomen dat één van beide goden een beslissende overwinning behaalde, hij moest deze krachten in evenwicht houden, de krachten zijnde licht en duisternis, goed en kwaad.
Thoth was zowel het hart als de tong, de rede en de mentale kracht van Ra. Hij was de ‘logos’ volgens Plato.
1e v.Chr.
Gips afbeelding, Tempel van de godin Hathor in Nitentóre (Dendera), Egypte.
God Thoth op een papyrus bark, aanbid de halve maan waarin de ‘Udjat’-Oog is afgebeeld.
6e-3e v.Chr.
Beeldje van Thoth als een baviaan met Wadjet-oog in verglaasde Egyptische faience.
Thoth werd geassocieerd met de zon en de maan, traditioneel de twee ‘ogen’ van de hemelgod Horus. Het Wadjet-oog, het zogenaamde Oog van Horus, dat het legitieme koningschap, het gestructureerde universum en het leven symboliseert.
Deze zorgvuldig gevormde baviaan houdt het oog voor zijn borst met zijn linkerhand eronder en de rechter erboven.
(Foto © Walters Art Museum, Baltimore, VS)
13e v.Chr.
Thoth en Seshat in de tempel van Seti I
Abydos, Egypte
(Foto © WilliamSitu)
15e v.Chr.
Detail van een gravure in Rode Kapel van Hatshepsut, Karnak, Egypte.
In dit reliëf wordt farao Hatsjepsoet bijgestaan door Seshat, in de basisceremonie die nodig is om een bouwplaats af te bakenen.
3e v.Chr.
Baviaan met een wedjat-oog (oog van Horus) en de wassende maan.
Wanneer Thoth (Tehuti) in de vorm van een aap verschijnt, is hij de god van het ‘evenwicht’, het symbool van de equinoxen.
Brits national museum, England
(Foto © The Trustees of the British Museum)
19e n.Chr.
Tekening op perkament van een muurschildering
‘Thoth, tweemaal de grootste Hermes’ door J-F Champollion (grondlegger van de egyptologie)
Brooklyn Museum Libraries, VS
16e v.Chr.
Seshat & Thoth
Tempelcomplex, Karnak, Egypte
(Foto © Aidan McRae Thomson)
6-5e v.Chr.
Afdruk van een Achaemenidisch cilinderzegel
Uit Iran
Koning die twee leeuwengriffioenen op afstand houdt, verwijzing naar het Gilgamesh verhaal.
Met ernaast Egyptische hiërogliefen met de tekst “Thoth is een bescherming over mij”.
Metropolitan Museum of Art, New-York, VS
In de eerste eeuwen van onze jaartelling gold Hermes Trismegistus in de Grieks-Romeinse wereld als een belangrijke leraar van oude wijsheid. In talrijke geschriften werd zijn leer uiteengezet, door hemzelf of zijn directe leerlingen.
De naam Hermes suggereert een verband met de gelijknamige Griekse god, de Mercurius van de Romeinen, maar is secundair. In werkelijkheid is deze Hermes de Egyptische god Thoth. De historicus Herodotus (ca. 450 v.Chr.) spreekt over een grote cultuscentrum van Thoth in Midden-Egypte als Hermopolis met tempels ter ere van Hermes.
In Plato’s Phaedrus (vierde eeuw voor Christus), verteld Socrates over een god in Egypte, Thoth genaamd, als uitvinder van het getal, de rekenkunst, de geometrie, de astronomie, het doppelspel en in het bijzonder van het schrift (hiëroglyfen). Overeenkomsten tussen de werken van Plato, zoals de Timaios en de Hermetica is niet verrassend. Volgens de oude Griekse geleerde Diogenes Laertius bezat Plato boeken met pythagorische leerstellingen, gebaseerd op Egyptische wijsheid. Pythagoras bracht zelf jaren door in de tempels in Egypte en werd hier ingewijd in de godsdienst van de Egyptenaren.
Het zou een misvatting zijn te denken dat Hermes Trismegistus alleen maar de Egyptische god Thoth in een Grieks gewaad is. Thoth is een belangrijke god in het Egyptische pantheon terwijl Hermes Trismegistus vooral gezien werd als mens, een gezaghebbende leraar van goddelijke wijsheid. Reeds Plato liet in het midden of de Egyptenaar Thoth, een god was of een goddelijk geïnspireerd mens.
Hermes was vanaf de oudste tijden de gids en beschermer van reizigers. Zijn naam ontleent hij dan ook aan de steenhopen die als grenspaal en markeringspunt (herma, hermaion) dienden.
Trismegistus, betekent ‘driemaal grootste’. Er werden verschillende Hermessen onderscheiden, die steeds in een ver Egyptisch verleden werden geplaatst. Volgens de Egyptische priester Manetho (ca. 280 v.Chr.), zou Thoth, de eerste Hermes, zijn wijsheid met hiëroglyfen in stenen tafelen hebben gegraveerd, die vervolgens door de tweede Hermes in het grieks hebben vertaald.
1160 n.Chr.
Pater Hermes philosophorum, Biblioteca Medicea Laurenziana, Florence, Italië
1480 n.Chr.
Hermes Mercurius Trismegistus geeft met zijn rechterhand een (wet)boek aan Mozes, terwijl zijn linkerhand rust op een bord waarop van het goddelijke woord sprake is.
Onderaan staat : Hermis Mercurius Trismegistus contemporaneus Moysi.
Kathedraal van Siena, Italië
Binnen de Arabische traditie wordt het bestaan vermeldt van drie Hermessen. De eerste Hermes was de kleinzoon van Adam en leefde vóór de zondvloed. De Hebreeën beschouwden hem als de profeet Henoch, terwijl de Arabieren hem beschouwden als Idrīs, een profeet die in de Koran wordt genoemd. Hij bouwde piramides en steden in Opper-Egypte, waar hij woonde en waarschuwde voor de vernietiging van de wereld door water en vuur. Om de bloeiende wetenschap te redden van vernietiging tijdens de zondvloed, bouwde hij een tempel en graveerde al zijn wetenschappelijke kennis in de muren. De tweede Hermes leefde na de Babylonische zondvloed (het oude Egypte) en stond erom bekend Pythagoras filosofie en wiskunde te hebben onderwezen. De derde Hermes zette de traditie voort, opnieuw in Egypte. Het is deze derde Hermes die bekend staat als Hermes Trismegistus.
Hermes werd dus vereenzelvigd met de profeet Idrīs in de Koran. Etymologisch betekent ‘d-r-s’, ‘kennis doorgeven’. De profeet Idrīs wordt beschreven als de eerste persoon die de pen gebruikt zoals de Egyptische iconographie van Thoth. Idrīs wordt dus geïdentificeerd met de eerste van de drie Hermessen. Diegene die het alfabet, schrijfkunst en astronomie heeft uitgevonden en bouwer van de piramides.
1675 n.Chr.
Gravure van Mercurius Trismegistus door Pierre Mussard, Historia Deorum fatidicorum, Venetië, Italië.
Ook islamitische mystici en filosofen voeren hun inspiratie terug tot de Driewerf-grootse Hermes. Op grond van haar verheven positie onder de heilige geschriften van de Egyptische spiritualiteit werd de Hermetica de inspiratie voor een belangrijke onderstroom in de islamitische filosofie, en het heilige boek voor onorthodoxe religieuze groepen zoals de Sabiërs.
Een ander onorthodoxe groep in het islamitische rijk waren de dichters en mystici die bekendstonden als de soefi’s. De twaalfde-eeuwse Iraanse soefiwijsgeer Yaha Suhrawardi beoogde de integratie van de hermetica binnen de Islamitische traditie tot één groot filosofisch en esoterisch geheel in het Soefisme.
De handvol nog bestaande werken die aan Hermes wordt toegeschreven, is echter niet in oude Egyptische hiëroglyfen geschreven, maar in het Grieks, Latijn en Koptisch. Men neemt aan dat Alexandrië de bakermat van het hermetisme is geweest, door de combinatie van Griekse, Egyptische en joodse elementen. Een datering van alle overgeleverde hermetische werken blijft vrijwel onmogelijk. De grote meerderheid van de hermetische werken, die teruggevonden zijn en/of doorgegeven, zijn in de eerste drie eeuwen van onze jaartelling ontstaan.
Er is geen twijfel aan, dat in de hermetische literatuur sterke Egyptische invloeden aanwezig zijn. De Hermetica zijn voor een deel hellenistische voortzettingen van wat reeds in Egypte gangbaar was. Volgens egyptologen bevatten de hermetische geschriften veel oude Egyptische mytische voorstellingen die door de Alexandrijnse hermetici in Grieks filosofische ideeën zijn weergegeven.
Het Alexandrijnse hermetisme is dus een symbiose van Griekse, Egyptische en Joodse elementen waarvan de vroegste ontwikkeling niet goed meer te achterhalen is. Het resultaat was een geheel eigensoortige religieuze wereldbeschouwing, die niet typisch Grieks, Egyptisch of joods is.
De boeken van Hermes zijn ongetwijfeld het product van veel schrijvers, niet van één oude wijze. Ze werden aan Hermes toegeschreven, ook al is het een gecombineerd werk van vele geleerden.
Bij de ontdekking van de Nag Hammadi-rollen (1945), bevonden zich ook drie hermetische geschriften in Koptische vertaling die toebehoorden aan gnostische christenen. Eén van deze teksten bleek van groot belang en gaf meer inzicht over het bestaan van hermetische gemeenschappen met hun inwijdingen, gebeden, hymnen. Vlakbij de vindplaats bevonden zich oude Egyptische graftomben, bewoond door o.a. de vroege christelijke kluizenaar H. Pachomius. De wanden van deze tomben zijn bedekt met hiëroglygfen, toegeschreven aan Thot. Ze beschrijven een geestelijke wedergeboorte in kennis van God.
Binnen het Christelijk geloof zijn er leerstellingen die gelijklopen met de Hermetica, zoals de drieëneenheid, het Logos of woord van God (Atoem). Hermes Trismegistus voorzag ook, zoals de orakels van Sibylle en Orfeus, de geboorte van de zoon van God.
In de esoterische traditie van de joden werd Hermes gelijkgesteld met hun geheimzinninge profeet Henoch. In het derde boek van Henoch, ook wel het Boek der Hemelse Paleizen genoemd, wordt verteld hoe de joodse mysticus kon opstijgen naar deze paleizen in de zeven hemelen dankzij de merkavah-mystiek. En waar hij uitgroeide tot een goddelijke gestalte, de Metatron. Metatron, de boodschapper van openbaringen waar een mysticus kennis kan van nemen. Henoch, door de Grieken Enoichion genoemd, betekent tevens ‘ziener met het open oog’ of het ‘innerlijk oog’.
Thoth, Hermes, Idrīs, Henoch, vier individuen en allevier behoren ze tot dezelfde categorie van schrijvers van heilige geschriften, inwijders van occulte en oude wijsheid. Uitvinders van kunst en wetenschap, van schrijf- of letterkunst. Men kan stellen dat deze soortnamen waren, toegepast op, en gedragen door, een aantal personen, in verschillende tijden en eeuwen, volkeren en landen.
Het hermetisme is geen filosofische stroming, maar een religieuze beweging. De hermeticus wil God kennen en vereren en uiteindelijk één met hem worden. Blijkens de hermetische geschriften zijn er twee wegen om God te leren kennen: de beschouwing van de schoonheid van de kosmos, die ons de onzichtbare God die het Al gemaakt heeft doet kennen, en de inwijding in de hemelse mysteriën.
Hermetici en gnostici hadden enkele overtuigingen gemeen. Het stond voor hen vast dat de diepste kern van de mens, zijn eigenlijke zelf, van goddelijke oorsprong is en dat alleen via de gnosis de terugkeer naar die oorsprong kan gerealiseerd worden. Gnosis, kennis die niet via het analytisch verstand, maar door openbaring en innerlijke verlichting verkregen wordt.
De kennis die Hermes onderwijst is niet alleen maar een intellectuele oefening. Het gaat erom dat men de geest in diepe meditatie richt op Atoem (een oude Egyptische naam voor God). Om boven meningen te overstijgen, teneinde de Geest van het Universum rechtstreeks te ervaren. Door de geheimen van de natuurlijke wereld te begrijpen, wordt hij overweldigd door een gevoel van ontzag en diepe eerbied voor de Schepper. Hij waardeert de volmaakte orde van het universum, alsof hij luistert naar een grootse symfonie waarin alle melodieën voortreffelijk zijn gecombineerd om één schitterend harmonie te vormen.
…alsof hij luistert naar een grootse symfonie
waarin alle melodieën voortreffelijk
zijn gecombineerd
om één schitterend harmonie te vormen.
Bibliografie
– ‘Hermes Trismegistus’, door R. Van Den Broek
– ‘Hermes Trismegistus’, door Jacob Slavenburg
– ‘Encyclopedia of African Religion’, door Denise Martin
– ‘Star Myths of the World’, door David Warner Mathise
– ‘Math for Mystics’, door Renna Shesso
– ‘Thoth & Seshat’, door Joshua J. Mark
– ‘The development of the sign of the ancient egyptian goddess seshat down to the end of the old kingdom: analysis and interpretation’, door Dušan Magdolen
– ‘Hermes Trismegistus, the Three Times Great and Many Times Forged’, door Octavio da Cunha Botelho
– ‘Holy people of the World’, door Hugh Talat Halman
– ‘De Hermetica’, door Timothy Freke & Peter Gandy
– www.theosofie.net/onlineliteratuur/geheimeleer/deel2
Tekst
Kybalion
De Kybalion verscheen voor het eerst in 1908 onder de pseudoniem van de ‘The Three Initiates”. Het boek is opgedragen aan Hermes Trismegistus. De auteur van dit werk is uiteindelijk toegeschreven aan William Walker Atkinson. Hij was sterk geïnspireerd door het Hindoeïsme, meer bepaald het Shaivisme. Hij stond sterk onder invloed van het Theosofische Genootschap, Oosterse filosofie en esoterisme, gemengd met Westerse esoterische denkwijzen.
Daarom vinden we in de Kybalion een aantal esoterische principes terug uit het oude Egypte, Hindoeïsme, Boedhisme en het Taoïsme. Zodoende kan er gesteld worden dat de teksten in het boek tot het Perennialisme toebehoren.
Perennialisme zouden we de studie kunnen noemen van alle begrippen en verschijnselen die steeds eeuwigdurend terugkeren zonder zelf deel te worden van de tijd. Het Perennialisme gaat ervan uit dat de wereld van het esoterische is opgebouwd uit archetypen. Archetypes behoren niet tot het individu maar wel tot de culturele groep waar hij deel uitmaakt. Elke cultuur kent daarom dezelfde archetypes maar worden met andere symbolen voorgesteld. Zo is het dat symbolen van verscheidene culturen dezelfde betekenis kunnen hebben.
Sommigen teksten zoals de Kybalion zijn niet eenduidig en kunnen daardoor verschillende geïnterpreteerd worden. Elke esoterische interpretatie heeft als enige doel, ‘doen nadenken’. De teksten krijgen een ‘initiërende’ functie.
De betekenis van het woord Kybalion, is ongekend. In het Grieks bestaat het woord ‘Kybeia’, wat doppelspel betekent. Een dobbelsteen heeft bij optelling van zijn numerieke waarden die tegenover elkaar liggen telkens het getal zeven. Een verwijzing naar Thot, die de uitvinder zou zijn van het dobbelspel is dan ook snel gemaakt.
De proloog van de Kybalion is in analogie met de Tabula Smaragdina van Hermes Trismegistus. Ook daar begint de inleidende zin met:
“De geheime woorden van Hermes. Het is waar! Het is zeker! Het is de volle waarheid! Wat beneden is, is gelijk aan wat boven is, en wat boven is, is gelijk aan wat beneden is, opdat de wonderen van het Ene zich voltrekken. En zoals alle dingen uit de Ene geworden zijn, door één bemiddelaar, zo zijn alle uit dit ene Huwelijk geboren”.
Dit is ook de enige rechtstreekse verwijzing naar Hermes Trismegistus.
Er zijn zeven principes over de waarheid; diegene die ze kent en begrijpt heeft de magische sleutel die alle Poorten van de Tempel zullen openen nog voor hij heeft aangeklopt. In de Kybalion geeft de schrijver zeven wetmatigheden die tot het perennalisme behoren.
‘GEDACHTE’
Het Al is Geest; het Universum is Gedachte.
‘DE WET VAN DE ANALOGIE’
Dat wat Boven is, is zoals het Beneden is; dat wat Beneden is, is zoals het Boven is.
‘ALLES IS TRILLING’
Niets is in rust. Alles beweegt. Alles trilt.
‘DE POLARITEIT’
Alles is Dubbel. Alle dingen bevatten twee polen; alle twee in extremis; gelijk en ongelijk hebben dezelfde betekenis. De tegengestelde polen hebben een zelfde natuur maar een verschillend uiterlijk. De uitersten raken elkaar. Alle waarheden zijn slechts halve waarheden. Alle tegenstellingen kunnen verenigd worden.
‘RITME’
Alles gaat voorbij, van binnen en van buiten; alles heeft zijn tijd; alles evolueert en degenereert; de slingerbeweging van de pendel manifesteert zich overal; de maat van zijn beweging naar rechts is gelijk aan de maat van zijn beweging naar links; het ritme is constant.
‘DE WET VAN OORZAAK EN GEVOLG’
Elke Oorzaak heeft zijn Gevolg; elk Gevolg heeft zijn Oorzaak; alles bestaat in overeenstemming met de Wet; het Toeval is slechts een naam gegeven aan een onbekende Wet; er zijn verschillende niveaus van oorzaken; maar niets ontsnapt aan de Wet.
‘GENDER’
Er is een geslacht voor al wat bestaat. Alles heeft een Mannelijk of Vrouwelijk Principe. Dit geslacht uit zich in alles wat bestaat.
Gebaseerd op en geciteerd uit :
– ‘De Kybalion’, door M. Roggemans. Pagina 19, 27, 40
© Gelieve de auteurs vermelding en copyright te respecteren.